herverkaveling van verantwoordelijkheid
Na zeven jaar crisis moet Nederland haar bestedingspatroon aanpassen. Cultuur, zorg en ook groenonderhoud zijn momenteel een luxe. Er moet op worden bezuinigd, want ze dragen niet direct bij aan de stadskas. Parallel loopt de implementatie van het participatiebeleid, waarin de burger meer zelfbeschikkingsrecht krijgt over zorg en uiterlijk van gemeenschap en ruimte. Op het eerste oog lijkt het een ‘match made in heaven’, want gemeenten kunnen besparen op groenonderhoud in ruil voor zeggenschap van bewoners met als inzet: het behoud van ‘sjiek en sjoen'. Echter heeft ‘sjiek en sjoen’ voor iedere partij een andere betekenis. En een ontwerper van de gemeente beoordeelt schoonheid als deel van bijvoorbeeld het stadsgezicht of deel van historisch groen. Bewoners daarentegen hebben ieder een eigen, ‘ongeleerde’ voorkeur. Daarbij is het dilemma niet alleen een kwestie van smaak; de ruil van beheer en onderhoud houdt ook in dat het gebruik deels wordt vrijgegeven. Hoe gaat de stad om met individuele invulling van de openbare ruimte?
Ons groen is meer dan uiterlijke verschijning. Het leeft en kleur verandert mee met de seizoenen. Het biedt meer diversiteit, dan bebouwing alleen kan bieden en is zodoende belangrijk voor de verfrissing van onze leefomgeving. Het is pijnlijk sociaal belang, een collectieve beleving, los te laten en in handen te geven van persoonlijke uitwerking. Daarnaast is er naast esthetiek een tweede belangenconflict, namelijk veiligheid. Wie draagt het risico bij misstanden of wie draagt verantwoording bij misbruik? Mag ik kippen houden op mijn stukje groen en wie beslist mee? De directe buren, de straat, de buurt? Kortom hoe richt je het proces in van groen governance?
Terug naar het oorspronkelijke probleem: geld. Blijkbaar is uiterlijk niet genoeg als investering. Hoe maken we groen nuttiger of rendabel en weer een productief deel van ons collectief welzijn? Hoe ziet de herverkaveling van ons publiek groen uit?